VN Agenda 21 - de belangrijkste uitgangs- en actiepunten uit hst. 4 betreffende een duurzame leefstijl

Hoofdstuk 4. Verandering van consumptiepatronen

A. De aanpak van niet-duurzame produktie- en consumptiepatronen

Uitgangspunten

4.3. (...) De belangrijkste oorzaak van de steeds verdergaande aantasting van het mondiale milieu ligt bij de niet-duurzame consumptie- en produktiepatronen van met name de geïndustrialiseerde landen. Dit geeft reden tot grote bezorgdheid, aangezien hierdoor de armoede en de ongelijkheid worden vergroot.

4.5. Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de mate waarin niet-duurzame consumptie een beroep doet op natuurlijke hulpbronnen, en naar een efficiënt gebruik van deze hulpbronnen in overeenstemming met het streven om uitputting te minimaliseren en verontreiniging te verminderen. Terwijl in sommige delen van de wereld de consumptiepatronen op een bijzonder hoog niveau liggen, wordt in de meest elementaire consumptiebehoeften van een groot deel van de mensheid niet voorzien. Dit leidt tot een buitensporig hoge vraag en tot niet-duurzame consumptiepatronen in de rijkere delen, waardoor een enorme druk op het milieu ontstaat. Intussen zijn de arme delen niet in staat te voorzien in de behoefte aan voedsel, gezondheidszorg, onderdak en onderwijs. Het veranderen van consumptiepatronen vereist een veelomvattende strategie, die zich richt op de consumptiebehoefte, op vervulling van de basisbehoeften van de armen en op het terugdringen van verontreiniging en van het gebruik van uitputbare hulpbronnen in het produktieproces.

Doelstellingen

4.7. Actie is vereist om aan de volgende algemene doelstellingen te kunnen voldoen:

(a) Het bevorderen van consumptie- en produktiepatronen die de druk op het milieu verminderen en voorzien in de basisbehoeften van de mens;

(b) Het verkrijgen van een beter inzicht in de rol van consumptie en in de wijze waarop duurzamere consumptiepatronen kunnen worden ontwikkeld.

4.8.(c) (...) In het ontwikkelingsproces streven naar duurzame consumptiepatronen, (...) waarbij wordt afgezien van die niet-duurzame patronen (...) die algemeen erkend worden als buitengewoon gevaarlijk voor het milieu, inefficiënt en verkwistend. (...).

B. De ontwikkeling van nationaal beleid en beleidslijnen om veranderingen in niet-duurzame consumptiepatronen te stimuleren.

Uitgangspunten

4.15. Om de doelstellingen van een gezond milieu en duurzame ontwikkeling te kunnen realiseren zal doelmatigheid in de produktie vereist zijn, evenals veranderingen in consumptiepatronen die vooral gericht zijn op een optimaal gebruik van hulpbronnen en een minimale produktie van afvalstoffen. In veel gevallen zal dit een heroriëntatie vereisen van bestaande produktie- en consumptiepatronen die in industriële samenlevingen zijn ontwikkeld en vervolgens overal ter wereld navolging hebben gevonden.

Minimalisering van de afvalproduktie

4.19. Tegelijkertijd dient de samenleving doelmatige manieren te vinden om om te gaan met het probleem van de groeiende hoeveelheden afvalproducten en -materialen. Van regeringen wordt verwacht dat ze, samen met de industrie, de huishoudens en de bevolking, een gezamenlijke inspanning leveren om het ontstaan van afval en afvalproducten terug te dringen (...).
 

Hulp voor individuele personen en huishoudens bij het maken van milieuverantwoorde aankoopbeslissingen

4.20. De recente opkomst in veel landen van meer milieubewuste consumenten, in combinatie met een grotere belangstelling van bepaalde industrietakken voor het leveren van milieuverantwoorde consumptie-artikelen, vormt een belangrijke ontwikkeling, die aanmoediging verdient. Regeringen en internationale organisaties dienen, samen met de particuliere sector, criteria en methoden te ontwikkelen voor het evalueren van de gevolgen voor het milieu en het beroep dat gedaan wordt op natuurlijke hulpbronnen gedurende de gehele levenscyclus van produkten en processen. De resultaten van dergelijke evaluaties dienen omgezet te worden in duidelijke indicatoren, ter informatie van consumenten en beleidmakers.

4.21. Van regeringen wordt verwacht dat ze, in samenwerking met de industrie en andere relevante groeperingen, het op steeds grotere schaal toekennen van milieukeurmerken aanmoedigen, evenals andersoortige programma’s gericht op het verstrekken van milieugerichte produktinformatie, met als doel de consument te helpen bij het maken van weloverwogen keuzes.

4.22. Zij zouden ook het ontstaan van geïnformeerde consumenten moeten aanmoedigen, en individuen en huishoudens moeten bijstaan in het maken van op milieuinformatie gebaseerde keuzes door:

(a) Informatie te verstrekken over de gevolgen van bepaalde keuzes en consumptiegedrag, om zodoende de vraag naar milieuverantwoorde producten en toepassingen te stimuleren;

(b) De consument bewust te maken van het effect van producten op gezondheid en milieu (...).
 

Het bevorderen van een normenpatroon dat duurzame consumptie ondersteunt

4.26. Regeringen en particuliere organisaties dienen een positievere houding tegenover duurzame consumptie te bevorderen door middel van onderwijs en voorlichtingsprogramma’s en via andere middelen, zoals het aanprijzen van producten en diensten die gebruik maken van milieuverantwoorde technologieën, of duurzame produktie- en consumptiepatronen stimuleren. (...)

4.27. Dit programma heeft in eerste instantie betrekking op veranderingen in niet-duurzame consumptie- en produktiepatronen, en op een normenpatroon dat duurzame consumptiepatronen en levensstijlen bevordert. Dit vraagt om een gezamenlijke inspanning van regeringen, consumenten en producenten. Bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan de belangrijke rol van vrouwen en huishoudens in de consumptie, en aan de mogelijke invloed die zij via hun gezamenlijke koopkracht op de economie kunnen uitoefenen.