VN Agenda 21 - de belangrijkste uitgangspunten & actiepunten uit hst. 36 betreffende educatie en maatschappelijk bewustzijn


Hoofdstuk 36, Bevordering van educatie, maatschappelijk bewustzijn en scholing

Uitgangspunten

36.3. Educatie, met inbegrip van het formele onderwijs, maatschappelijk bewustzijn en scholing dient te worden gezien als een proces waarmee mensen en samenlevingen hun mogelijkheden volledig kunnen ontplooien. Educatie is van doorslaggevend belang voor de bevordering van duurzame ontwikkeling en voor de verbetering van het vermogen van mensen om milieu- en ontwikkelingsproblemen aan te pakken. Hoewel basisvorming het fundament vormt voor iedere vorm van milieu- en ontwikkelingseducatie, moet deze laatste volledig worden opgenomen als een wezenlijk deel van het leerproces. Zowel formele als niet-formele educatie is onmisbaar om de houding van mensen zodanig te veranderen dat zij hun problemen wat betreft duurzame ontwikkeling kunnen onderkennen en weten aan te pakken. Educatie is ook van uitermate groot belang voor het aankweken van een milieu- en ethisch bewustzijn, alsmede voor het aanleren van waarden en attitudes, vaardigheden en gedrag die stroken met duurzame ontwikkeling en ten slotte voor een daadwerkelijke deelname van de bevolking aan de besluitvorming. Teneinde effectief te zijn moet milieu- en ontwikkelingseducatie de dynamiek behandelen van zowel de fysisch/biologische en sociaal-economische omgeving als de menselijke (eventueel ook spirituele) ontwikkeling, moet ze zijn geïntegreerd in alle disciplines en formele en niet-formele methoden en doeltreffende communicatiemiddelen aanwenden.

Doelstellingen

36.4.(c) Het streven naar een volledige toegankelijkheid voor alle bevolkingsgroepen van milieu- en ontwikkelingseducatie, gekoppeld aan sociale educatie en wel vanaf de lagere-schoolleeftijd tot en met de volwassenheid;

36.4.(d) Het bevorderen van de integratie van milieu- en ontwikkelingsconcepten, met inbegrip van demografische concepten, in alle educatieve programma’s, in het bijzonder de analyse in een lokale context van de oorzaken van grote milieu- en ontwikkelingsproblemen, gebruik makend van de beste beschikbare wetenschappelijke feiten en andere passende kennisbronnen en met een bijzondere nadruk op verdere scholing van beleidmakers.

Activiteiten

36.5. (a) (...) Niet-gouvernementele organisaties kunnen een belangrijke bijdrage leveren door educatieve programma’s te ontwerpen en te implementeren en dienen als zodanig te worden erkend;

36.5. (b) (...) Er dient een grondige analyse van onderwijsprogramma’s plaats te vinden om zeker te zijn van een multidisciplinaire benadering van milieu- en ontwikkelingskwesties met hun sociaal-culturele en demografische aspecten en verbanden. (...)

36.5. (i) (...) Interdisciplinaire cursussen zouden toegankelijk kunnen worden gemaakt voor alle studenten. (...) Verder dienen maatregelen genomen te worden ter bevordering van de vorming van nieuwe partnerschappen en het slaan van bruggen naar het bedrijfsleven en andere onafhankelijke sectoren, evenals tussen alle landen ten behoeve van de uitwisseling van technologie, know-how en kennis;

36.5. (k) (...) Op nationaal en lokaal niveau moet in publieke en wetenschappelijke fora worden gesproken over milieu- en ontwikkelingskwesties en moeten aan beleidmakers suggesties worden gedaan voor duurzame alternatieven;


B.Vergroting van het maatschappelijk bewustzijn

Uitgangspunten

36.8. In brede kringen is men zich nog steeds niet voldoende bewust van het feit dat alle menselijke activiteiten nauw verbonden zijn met het milieu, hetgeen is toe te schrijven aan onjuiste of onvolledige informatie. (...)

Doelstelling

36.9. Het doel is een wijd verbreid maatschappelijk bewustzijn te bevorderen als wezenlijk deel van een mondiaale educatieve inspanning ter versterking van attitudes, waarden en acties die stroken met duurzame ontwikkeling. Het is belangrijk nadruk te leggen op het grondbeginsel dat bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen worden gedelegeerd naar het meest geëigende niveau, bij voorkeur via lokale verantwoordelijkheid voor en controle van bewustwordingsactiviteiten.

36.10. (d) (...) Educatief materiaal van allerlei aard en voor allerlei publiek moet gebaseerd zijn op de beste beschikbare wetenschappelijke informatie, onder meer vanuit de natuur-, gedrags- en sociale wetenschappen, waarbij ook rekening wordt gehouden met esthetische en ethische dimensies.