VN Agenda 21 - de belangrijkste uitgangspunten & actiepunten uit hst. 23 en 35 betreffende burgerparticipatie (incl. Conventie van Århus uit 1998):

Hoofdstuk 23, Preambule bij Sectie III Versterking van de rol van belangrijke groepen

23.1. Voor de effectieve uitvoering van de doelstellingen, het beleid en de mechanismen die zijn overeengekomen door de overheden met betrekking tot alle programmaterreinen van Agenda 21, zal de inzet en de oprechte betrokkenheid van alle maatschappelijke groepen van cruciaal belang zijn.

23.2. Een van de fundamentele voorwaarden voor het tot stand brengen van duurzame ontwikkeling is brede deelname van het publiek aan de besluitvorming. Bovendien is binnen de meer specifieke context van milieu en ontwikkeling de behoefte aan nieuwe vormen van deelname ontstaan. Deze omvat de behoefte van individuen, groepen en organisaties om deel te nemen aan procedures voor milieu-effectrapportage en op de hoogte blijven van en deel te nemen aan beslissingen, in het bijzonder die welke mogelijkerwijs de gemeenschappen betreffen waarin zij leven en werken. Individuen, groepen en organisaties behoren toegang te hebben tot informatie betreffende milieu en ontwikkeling die in handen is van de nationale overheid, daarbij inbegrepen informatie betreffende producten en activiteiten die een belangrijke invloed op het milieu hebben of waarschijnlijk zullen hebben, en informatie over maatregelen ter bescherming van het milieu.

........

Delen uit Hoofdstuk 35 (Wetenschap), betreffende burgerparticipatie:

Doelstellingen

35.6.(f) (...) Betrokkenheid van de bevolking bij het stellen van prioriteiten en bij de besluitvorming met betrekking tot duurzame ontwikkeling.

Activiteiten

35.7.(c) (...) het publiek meer te betrekken bij het stellen van maatschappelijke doelen voor de lange termijn ten behoeve van de formulering van duurzame-ontwikkelingsscenario’s.

........

Een aanvulling hierop is de conventie van Åarhus uit 1998 over burgerparticipatie en milieubeleid:

Art. 1. Om bij te dragen aan de bescherming van het recht van elke persoon van de huidige en toekomstige generaties om te leven in een milieu dat passend is voor zijn of haar gezondheid en welzijn, waarborgt elke Partij de rechten op toegang tot informatie, inspraak in de besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.

Bron: Åarhus Conventie uit 1998 http://www.unece.org/env/pp/