VN Agenda 21 - de belangrijkste uitgangspunten & actiepunten uit hst. 18 betreffende voldoende schoon en zoet water:

18.8. Geïntegreerd beheer van waterreserves berust op het besef dat water een onlosmakelijk deel is van het ecosysteem, een natuurlijke hulpbron en een maatschappelijk en economisch goed, waarvan de kwantiteit en kwaliteit de aard van het gebruik ervan bepalen.

18.9. Geïntegreerd beheer van waterreserves, met inbegrip van de integratie van land- en wateraspecten, dient op het niveau van het stroomgebied of een onderdeel daarvan te worden uitgevoerd. De volgende vier hoofddoelstellingen dienen te worden nagestreefd:

(a) Het bevorderen van een dynamische, interactieve, iteratieve en multisectorale benadering voor het beheer van waterreserves, met inbegrip van het inventariseren en beschermen van potentiële en actuele reserves voor de zoetwatervoorziening, waarbij technische, sociaal-economische, milieutechnische en gezondheidsoverwegingen worden geintegreerd;

(c) Het ontwerpen, uitvoeren en beoordelen van projecten en programma’s die zowel economisch doelmatig als maatschappelijk relevant zijn binnen duidelijk omschreven strategiën, uitgaande van een benadering van volledige deelname van het publiek, met inbegrip van de deelname van vrouwen, jongeren, inheemse bevolkingsgroepen, en plaatselijke gemeenschappen, aan de beleids- en besluitvorming inzake waterbeheer;

18.38. Drie doelstellingen zullen tegelijkertijd moeten worden nagestreefd om bij het beheer van waterreserves rekening te houden met waterkwaliteitsaspecten:

(a) Het handhaven van de integriteit van ecosystemen, overeenkomstig het principe van het behoud van aquatische ecosystemen, met inbegrip van de flora en fauna, en van het doeltreffend beschermen ervan tegen iedere vorm van achteruitgang, uitgaande van een heel stroomgebied;

(b) Het beschermen van de volksgezondheid, een taak die niet alleen de voorziening van veilig drinkwater vereist maar ook de bestrijding van ziekte-overbrengers in het watermilieu;

18.39 (c) Het in werking stellen van doeltreffende programma’s voor het voorkomen en beperken van waterverontreiniging, uitgaande van een passend pakket van strategiën voor het bestrijden van verontreiniging aan de bron, (...);

(b) Voorkoming en bestrijding van waterverontreiniging:

(i) Het waar nodig toepassen van het principe “de vervuiler betaalt” op alle soorten verontreiniging, waarbij vervuilers ook moeten zorgen voor de schoonmaak op hun bedrijfsterrein en daarbuiten;

(iv) Het opnemen van de voorzorgsbenadering in het waterkwaliteitsbeheer, voor zover van toepassing, met nadruk op minimalisering en voorkoming van verontreiniging door het gebruik van nieuwe technieken, veranderingen in produkten en processen, vermindering van verontreiniging aan de bron en hergebruik van afvalwater, regeneratie en terugwinning, zuivering en milieuverantwoorde verwijdering;

(c) De ontwikkeling en toepassing van schone technologiën;

(d) Bescherming van het grondwater;

(i) Het beperken van lozingen van industrieel afvalwater, onder andere door produktietechnieken waarbij weinig afvalstoffen ontstaan en door hercirculatie van water, op een samenhangende manier en met toepassing van voorzorgsmaatregelen die ontleend zijn aan een breed gefundeerde analyse van de levenscyclus;

(ii) Het zuiveren van gemeentelijk afvalwater voor veilig hergebruik in de landbouw en aquacultuur;

(iii) Het ontwikkelen van biotechnologiën voor onder andere afvalverwerking, de produktie van biologische mest en andere activiteiten;

(iv) Het ontwikkelen van geschikte methoden voor de bestrijding van waterverontreiniging, rekening houdend met deugdelijke traditionele en inheemse methoden.

(i) Het ontwikkelen van landbouwmethoden die het grondwater niet aantasten;

18.50 (b)(ii) Bevordering van waterontwikkeling en -beheer uitgaande van het beginsel van participatie, waarbij gebruikers, plannenmakers en beleidmakers op alle niveaus betrokken zijn;

18.59 (c)(iii) Het gebruik van de vaardigheden en het potentieel van niet-gouvernementele organisaties, de particuliere sector en de plaatselijke bevolking, met inachtneming van de belangen van het publiek en strategische belangen bij waterreserves.

(d) Bevordering van deelname door de bevolking:

(i) Het op touw zetten van bewustmakingscampagnes om de bevolking aan te sporen verstandig met water om te springen;

(ii) Het gevoelig maken van het publiek voor de kwestie van de bescherming van de waterkwaliteit in steden;

(iii) Het stimuleren van deelname door de bevolking aan de inzameling, hergebruik en verwijdering van afvalstoffen.

18.76 (d) (vii) Het voorlichten van gemeenschappen over de verontreinigende effecten van het gebruik van kunstmest en chemicaliën op de waterkwaliteit, de veiligheid van voedsel en de volksgezondheid.